Stages per opleiding

Actie-pakket

Inburgering door Quintis

Een snelle inburgeringscursus door Quintis voor de buitenlandse "stagiaires". Check de online videos hier. >

Sranan Sabi (weetjes)

  • Suriname bestaat uit: Javanen, Hindoenstanen (mensen uit India), Indianen (Oorspronkelijke bewoners van Suriname), Creolen, Chinezen  Brazilianen en nog wat kleinere bevolkingsgroepen. Elke bevolkingsgroep kent zijn eigen gerechten en feestdagen. Suriname kent wereldwijd de meeste feestdagen. Het hele land feest dan mee. De Surinamers leven in vrede naast elkaar. Een kerk is gebouwd naar een synagoge.

Suristage vermeld in NUFFIC – Transfer Magazine

Let op: Tekst niet leesbaar? Onder de afbeeldingen hebben wij de tekst overgenomen.

Geliefd en omstreden:

Nederlandse stagiairs in Suriname Suriname is onder Nederlandse studenten een erg populaire stagebestemming. Lekker weer, een andere cultuur en het gemak dat er Nederlands wordt gesproken, trekken vooral hbo-studenten aan. Maar in het land zelf is niet iedereen blij met de stroom ‘bakra’s’. “Surinaamse studenten enarbeidskrachten moeten prioriteit krijgen.”

Pabo-studente Lisette Krans (18) stak begin dit jaar de Atlantische oceaan over. Drie maanden lang gaf ze les op een basisschool in Suriname. “Ik wilde nieuwe ervaringen opdoen, een andere cultuur meemaken”, legt ze uit. “En dat er in Suriname Nederlands wordt gesproken, is natuurlijk erg handig bij het lesgeven.” Op wat kleine minpunten na, is de tijd in Suriname haar erg goed bevallen. Al verbaasde Krans zich wel over de vele Nederlandse leeftijdgenoten die ze tegenkwam. “Het was niet normaal: overal waar ik kwam, zag ik blonde meisjes lopen.” Dat kan Dana Aalderink (25) alleen maar beamen. In 2010 liep de inmiddels afgestudeerde logopediste stage in Sranang. “Toen ik daar was, werd ook het WK voetbal gespeeld. Alles was oranje en overal op straat zag je blanke mensen. Ook zijn er in het land veel Brazilianen, dus op de terrassen in Paramaribo was het Nederland-Brazilië. Gezellig natuurlijk, maar ik heb mezelf er wel aan moeten herinneren dat ik in Suriname was.” Aalderink kijkt met veel plezier terug op haar Surinaamse tijd. “Het was een geweldige
ervaring, ik zou het zo weer doen.” Rekolonisatie Krans en Aalderink zijn dus bepaald niet de enige Nederlandse studenten die praktijkervaring opdeden in het Zuid-Amerikaanse land. De Surinaamse overheid heeft nooit onderzoek gedaan naar het exacte aantal, maar schatte in 2009 dat jaarlijks 6.000 Nederlandse stagiairs een periode in het land doorbrengen. Zorgwekkend veel, zo constateerde de regering. Toenmalig minister van Arbeid, Technologische Ontwikkeling & Milieu (ATM), Joyce Amarello- Williams, noemde de Nederlandse stagiairs een bedreiging voor lokale krachten. Oud-president Jules Wijdenbosch nam zelfs het woord ‘rekolonisatie’ in de mond.

Jan van Swaaij, directeur van bemiddelingsbedrijf Suristage, denkt dat de negatieve gevoelens over de Nederlandse stagiairs veelal voortkomen uit, overigens begrijpelijke, jaloezie. “De studenten, voornamelijk meisjes, hebben voor Surinaamse begrippen een goed inkomen met hun studiefinanciering. Ze komen hier feesten, het binnenland zien, elke dag uit eten et cetera. De Surinaamse vrouw is minder vrij en heeft minder inkomen. Veel Surinaamse vrouwen denken dat de Nederlandse stagiairs hun mannen komen afpakken.”

Eind 2009 was voor de Surinaamse regering de maat vol en werden er maatregelen genomen tegen de bakra’s (Nederlanders). Een werkvergunning van 50 euro voor Nederlandse stagiairs werd verplicht gesteld. Ook zijn sindsdien de visumeisen aangescherpt en moeten studenten die langer dan drie maanden willen blijven, een Machtiging Kort Verblijf (MKV) aanvragen, wat 200 euro kost en de nodige administratieve rompslomp met zich meebrengt. Aalderink ondervond de strengere regels aan den lijve. Sinds 2009 wordt bijvoorbeeld streng gelet op de inleverdatum van de visumaanvraag. “Mijn school (Hogeschool Windesheim, red.) leverde de visumaanvragen tweeënhalve maand voor vertrek in, terwijl het officieel drie maanden van tevoren moet”, vertelt ze. “Ze hadden er nooit eerder problemen mee gehad.” Nu was dat wel anders: de aanvraag werd afgekeurd en Aalderink en een paar medestudenten moesten hun vlucht annuleren. “Maar gelukkig konden we na heel wat telefoontjes een paar dagen later alsnog naar Suriname.” Schromelijk overdreven Ginmardo Kromosoeto, de huidige minister van ATM, stelt weliswaar dat hij Nederlandse stagiairs niet als een gevaar ziet. Toch ziet hij ook geen aanleiding om het beleid weer te versoepelen. “Feit is dat wij als overheid de taak hebben om ervoor zorg te dragen dat Surinaamse arbeidskrachten en studenten prioriteit genieten op de arbeidsmarkt”, zegt de minister. “Daar zullen wij altijd voor waken.” Van Swaaij (Suristage) is van mening dat de overheid schromelijk overdrijft met de schatting van 6.000 stagiairs per jaar. “Dit zijn uitspraken van het Surinaamse parlement die voor waarheden worden aangenomen. Ik gok dat er gemiddeld duizend tot 1.500 stagiairs per jaar zijn.” “Ik zag overal blonde meisjes”

Uit onderzoek van NGO-Instituut Kennisontwikkeling Suriname (NIKOS) blijkt dat er in 2010 iets meer dan 2.000 buitenlandse studenten in het land waren. Volgens Martin Panday, adviseur toerisme en welzijn bij NIKOS, zijn dit vrijwel allemaal Nederlandse stagiairs. Maar al zijn het er dan geen 6.000, ook 2.000 is nog altijd een aanzienlijk aantal op een totale bevolking van minder dan een half miljoen inwoners. Als op eenzelfde schaal Surinaamse studenten naar Nederland zouden komen, zouden er jaarlijks ongeveer 68.000 retourtjes Paramaribo-Amsterdam worden geboekt. Riad Nurmohamed van de Anton de Kom Universiteit, de enige universiteit van Suriname, maakt van dichtbij mee dat sommige Surinaamse studenten maar moeilijk aan een stageplek komen. “Studenten die een technische studie doen, vinden nog wel een plek. Het probleem zit in de onderwijs- en gezondheidssector. Daar zit het gros van de Nederlandse stagiairs.” Oud-stagiairs Aalderink en Krans kunnen zich wel wat voorstellen bij de constatering dat Nederlandse stagiairs hun Surinaamse collega’s verdringen. Krans: “Ik heb veel scholen bezocht, maar ik heb geen enkele Surinaamse stagiair gezien.” Aalderink nuanceert dat het probleem in elk geval bij haar opleiding niet speelt. “Logopedie wordt in Suriname niet aangeboden. Daar hebben ze als het ware dus alleen maar profijt van ons. Maar bij bijvoorbeeld de Pabo kan dit een ander verhaal zijn.”

Gratis werknemers
Toch wil Nurmohamed niet direct de Nederlandse studenten aanwijzen als zondebok. “De attitude van Surinaamse bedrijven speelt ook mee. Als die een stageplek hebben, kiezen ze snel voor een Nederlandse student. Iedereen die uit Nederland komt – blank en niet blank – wordt als goed gezien, omdat Nederlanders vaak beter onderwijs hebben genoten. De eigen Surinamers worden niet gewaardeerd. Die manier van denken moet veranderen.” Floor Nuiten, secretaris van de Nederlandse Ambassade in Paramaribo, erkent dat Nederlandse studenten populair zijn bij Surinaamse werkgevers. Nederlandse studenten zouden zelfstandiger zijn en meer initiatief tonen dan hun Surinaamse collega’s. “Bedrijven zijn minder tijd en geld kwijt aan begeleiding”, beaamt Nuiten. “De Nederlandse stagiairs zijn makkelijk inzetbaar en gratis.” Surinaamse bedrijven zijn namelijk niet verplicht hen een stagevergoeding te betalen. Het gevaar van dit laatste punt is dat de stagiairs soms vooral als goedkope arbeidskrachten worden gezien. Van Swaaij: “Stagiairs worden vaak verward met gratis werknemers. Bedrijven vergeten dat deze studenten er zijn om te leren.” Krans weet er alles van. “Ik zou eigenlijk als onderwijsassistente gaan werken, maar al snel stond ik vier dagen in de week als leerkracht voor een volle klas.”
Geld speelt volgens verschillende partijen trouwens ook nog een andere rol in de hele zaak. De Surinaamse regering zou haar beleid ten aanzien van buitenlandse stagiairs helemaal niet hebben aangescherpt om de eigen studenten te beschermen, maar simpelweg om meer aan de Nederlandse stagiairs te verdienen. Zieltjes winnen “Ik denk dat de MKV en de werkvergunning uit financiële motieven zijn ontstaan”, zegt Nynke Pool-Rokette, medewerker van bemiddelingsorganisatie Stageloket Suriname. “De buitenlandse studenten leveren de Surinaamse economie jaarlijks ontzettend veel geld op, door toerisme, huisvesting, horeca en vrienden en familie die langs komen. De overheid wilde graag nog meer aan ze verdienen. De vergunningen zijn dan natuurlijk een gemakkelijke zet.”
Ook haar concurrent Van Swaaij ziet eerder strategische dan morele overwegingen bij de Surinaamse regering. “Deze zaken werd ingevoerd ten tijde van de verkiezingen. Het was een kwestie van zieltjes winnen. De strengere regels stellen een deel van de bevolking gerust. Maar ondertussen vormen ze vooral een extra bron van inkomsten voor de staat.” De situatie op de Surinaamse stagemarkt is, al met al, een complexe zaak waarin veel factoren niet erg duidelijk zijn. Omdat de Surinaamse overheid nooit onderzoek heeft gedaan, ontbreken harde cijfers en bewijzen. Zijn er nu wel of niet te veel Nederlandse stagiairs in Suriname? Worden Surinaamse studenten
in hun eigen land nu wel of niet verdrongen? En als dat inderdaad gebeurt, is dat dan de schuld van de Nederlandse stagiairs, die met te veel tegelijk het land overspoelen, of van de Surinaamse werkgevers, die de gratis werknemers uit Nederland verkiezen boven autochtone stagiairs? Zeker is in elk geval dat een deel van de Surinaamse bevolking het gevóel heeft dat de eigen studenten worden benadeeld. In dat licht kan de opstelling van de Surinaamse regering ook anders worden uitgelegd dan alleen winstbejag. Je zou het ook slim politiek opereren kunnen noemen. Iedereen weet dat politici de onderbuikgevoelens in de samenleving serieus moeten nemen – of die nu terecht zijn of niet. De Surinaamse regering deed dat en spekt er ook nog eens de staatskas mee. Twee vliegen in een klap.

Sam van den Eijnden

het hele magazine is hier te downloaden.

Comments are closed.

Mogelijke stageplaats

  • Het opzetten van een businessplan/marketingplan voor een postbedrijf

    Titel: Het opzetten van een businessplan/marketingplan Stageaanvang: z.s.m. Stageperiode: 3 tot 6 maanden De opdracht is ten behoeve van een opstartend postbedrijf. Dit postbedrijf zal de volgende diensten aanbieden: – Een koeriersdienst; – een vrachtpakkettendienst; – postbussen. Stageopdracht – Een businessplan te schrijven en deze implementeren; – een marketingplan op te stellen en deze te implementeren; – in samenspraak met de directie bepaalde werkprocessen ontwikkelen ten behoeve van de aangeboden diensten; – onderzoek doen naar acties die moeten worden ondernomen om het bedrijf te positioneren binnen de samenleving; lees meer over deze stageplaats…… Lees meer over deze stage —->

Sranan Sabi (weetjes)

  • Bevolkingsgroepen

    Suriname bestaat uit: Javanen, Hindoenstanen (mensen uit India), Indianen (Oorspronkelijke bewoners van Suriname), Creolen, Chinezen  Brazilianen en nog wat kleinere bevolkingsgroepen. Elke bevolkingsgroep kent zijn eigen gerechten en feestdagen. Suriname kent wereldwijd de meeste feestdagen. Het hele land feest dan mee. De Surinamers leven in vrede naast elkaar. Een kerk is gebouwd naar een synagoge.

Testimonials

  • “Zonder de uitstekende begeleiding van Suristage.com zou ik nooit in Suriname zijn aangekomen. Ik heb een prachttijd gehad.
    Ik werd na een lange vliegreis netjes bij het vliegveld opgevangen en vervolgens heel persoonlijk naar een prachtige en veilige woning gebracht. Toen ik vervolgens op mijn stageplaats kwam kende het hele bedrijf mijn naam al!

    Ik ben Suristage.com erg dankbaar voor de goede zorgen. Een echte aanrader.”

    Monika Kowalewska,
    Student CMV
    Avans Hogeschool